Grafheuvels in een Mysterieus landschap
Als je door het Springendal wandelt, ervaar je de weldadige sfeer. Vooral tegen schemertijd wordt het mysterieuze van het landschap duidelijk. De oeroude paden, in de verte wat contouren van een eenzame hoeve, grote alleenstaande eiken en een hert wat ergens in een weiland vredig staat te grazen. Hier en daar een roofvogel, die op een prooi duikt en de prachtige rood ondergaande zon. Op een bankje zittend met een glas wijn starend in de verte naar Hoeve Springendal zie ik heuvels in het landschap. Dit zijn de z.g. Grafheuvels. Ze zijn vaak bedekt met gras of heide.
Het gaat om oude graven, van minstens 2000 jaar voor Christus. Het was in de tijd de gewoonte dat mensen verbrand werden als ze waren overleden. De resten, die bestonden uit as en wat botten, werden in een stenen vaas gedaan. Hier kwamen vaak ook nog sierraden en andere voor de overledenen belangrijke bezittingen bij. Daarna werd de heuvel afgedekt met zand en heideplaggen.
Deze heuvels kun je op je wandelingen overal vinden. Soms wordt dit aangegeven, soms zie je zo maar zo’n grafheuvel opdoemen. Uit respect worden ze met rust gelaten.
Toen het Christendom in zich Noord-Oost Twente verspreidde, werd dit Heidense gebruik verboden. Er kwamen overal kerken en bij de hele oude kerken kun je de begraafplaatsen rond de kerk vinden. Hoe dichter je bij de kerk lag hoe “eerder je in de hemel” kwam.
Hm.. Ik weet het niet. Ik ben nog lang niet van plan om dood te gaan, maar als het zover is, wil ik geloof ik liever in zo’n grafheuvel , dan bij een kerk. (veel rustigerš).